benny-anja-frankrijk.reismee.nl

Dag 15; Saint Jean du Gard - Mas de la Cam

Mas de la Cam...

Vandaag gaan we terug naar de Camping waar we vanaf 1994 t/m 2004 met zo veel plezier gekampeerd hebben. De camping waar we zo veel mooie herinneringen gemaakt hebben en de camping die we, samen met de eigenaren, nooit vergeten zijn. We hebben afgelopen week al app-contact gehad met Christophe en we zijn van harte welkom om een rondje te maken over te camping en er een hapje te eten. Het plan is om rond een uur of 4 richting Mas de la Cam te gaan.

Na het ontbijt lopen we even naar de supermarkt en daarna installeren we ons in het zonnetje bij het zwembad met een boek en een muziekje. Tegen 2 uur kunnen we niet langer wachten. We gaan naar de camping.

Even een uitleg over hoe en wat.. In 1994 gaan we, na 2 x Atlantische en 2x Middenlandse zee kust, voor het eerst naar de Cevennen. We hebben thuis al wel een camping uitgezocht, maar niet geboekt, Als we op Mas de la Cam aankomen staat Christophe bij de receptie. Hij heeft nog 2 plekken vrij. 1 midden op de camping onder de bomen en 1 klem aan de rivier in de volle zon. We kiezen voor de plek aan de rivier, waar we niemand voor ons hebben en vrij zicht op de Gardon en al het bamboe aan de overkant. Brendon en Mitchell lopen vanaf de tent zo de rivier in en iedere avond wordt er gevist. We staan daar 2 jaar als we in 1996 een stukje opschuiven richting de enige boom die er langs de rivier staat. Hetzelfde uitzicht alleen een beetje schaduw wat ook wel een lekker is. Weer 2 jaar later (na een rampzalige overstroming op een camping aan de Ardêche) mag er niemand meer pal aan de rivier staan. We schuiven wat verder naar achter, met de achterkant van de tent onder de bomen, maar nog steeds hetzelfde uitzicht. Op deze plek staan we een aantal jaren tot de regels nog verder aangescherpt worden en je helemaal niet meer aan de rivier mag staan. Het laatste jaar (2004) bivakkeren we, inmiddels zonder kinderen, op een plekje met nog steeds vrij zicht op de rivier alleen op een hoger gelegen gedeelte van de camping.

Het is geen camping met veel voorzieningen. De rivier (waar een dam in is gebouwd, zodat er voldoende water in blijft staan om te zwemmen) een simpel zwembad, dagelijks sportwedstrijden als voetbal en pingpong, er is een tennisbaan en 1x per week is er live muziek. Een aantal dingen zijn inmiddels wel veranderd. Het 'weiland' waar op gevoetbald werd is een kunstgrasveld geworden, er zijn 2 pumptrack banen, een hele grote apenkooibaan en heel veel speeltoestellen. Het zwembad heeft er inmiddels een 2e bad bij en er staan ligstoelen. Wat niet veranderd is, is dat Jean-Pierre (de eigenaar van de camping) met argusogen het zwembad in de gaten houdt. Eerst douchen, geen shorts maar een échte zwembroek en duiken mag niet. Françoise (vrouw van Jean-Pierre) zit nog steeds bij de receptie, Cédric staat bij de pizza's en Christophe regelt de rest. Wat dan weer wel nieuw is, is dat de dochter van Christophe (Britt) én de 2 meiden van Cedric (Maëlys en Anaelle), alle drie nog hummeltjes toen wij ze voor het laatst zagen, inmiddels ook aan het werk zijn op de camping.

Goed, we gaan naar Mas de la Cam dus. Als je het niet weet rijdt je vanaf de weg de afslag zo voorbij, vervolgens schuin naar beneden en dan over een mega smal bruggetje.We zetten de auto op de parkeerplaats en lopen langs de slagboom...

Als we naast de receptie over het zwembad uitkijken staat Christophe beneden op het terras. Hij kijkt omhoog en herkent ons meteen. We lopen naar beneden en krijgen een dikke knuffel. Zo leuk, zo lang geleden. We zijn niets veranderd zegt ie, hij dus ook niet. Hij spreekt vloeiend Nederlands, wat dan ook weer en leuk verhaal is. De 1e paar jaar dat we op de camping stonden hebben we alleen Frans met hem gesproken. We weten dat hij met een Nederlandse (Susan) getrouwd is, maar pas na een paar jaar kwamen we tot de ontdekking dat hij dus ook Nederlands sprak.

Het gaat goed met Susan (zij is in Nederland odm), zijn ouders (Jean-Pierre en Françoise) en het gaat goed met zijn broer (Cédric). Hij roept Jean-Pierre erbij, stelt ons voor aan de nieuwe generatie fam. Noye en als Cédric in de buurt is haalt hij ook die erbij. We halen herinneringen op, drinken wat op het terras (nee, we mogen niet betalen) en dan gaan we een rondje maken over de camping.

De receptie

De Mas

Het terras

Het zwembad

Het speelveld wat ooit het voetbal'weiland' was

Pumptrack

En dan ons 1e plekje (1994/1995) aan de rivier...

Het uitzicht

Ons plekje in 1996/1997

Ons plekje van 1998/2003

De dam

Springrots

Zelfs de ezels zijn er nog

Hoe vaak hebben we hier wel niet gezwommen...

Na nog een rondje over de rest van de camping komen we weer terug bij het terras. We praten nog even met Christophe en met de belofte dat we straks terugkomen om te eten gaan we terug naar ons hotel.

Om 18.00u zijn we weer op de camping. We worden weer hartelijk verwelkomd, nu door Maëlys. We krijgen een plekje in de schaduw. Santé!

Na het eten maken we nog een selfie op ons plekje aan de rivier...

...en nog een laatste foto van het plekje waar we zoveel jaren hebben gestaan...

Terug op het terras nemen we, na een dikke knuffel,nog een foto met Christophe...

... en zwaaien we gedag naar Françoise. Ze komt meteen achter de bar vandaan. We krijgen een driedubbele knuffel. "Merci de votre visite".. Merci a vous Françoise. Au revoir"... "Au revoir, mais pas de vingt ans" is het antwoord. Tot ziens, maar geen 20 jaar meer wachten... We pinken een traantje weg, krijgen nog een laatste knuffel en dan gaan we echt weg...

Nog een laatste x over het bruggetje...

Nog een laatste blik op de camping...

Au revoir...

Dag 14; St. Jean du Gard

Om 9 uur zitten we aan het ontbijt en ook al is dit een hotel het voelt bijna als een B&B. De tafel is gedekt, het eigenaars echtpaar komt vragen of we koffie/thee en/of jus d'orange willen en ze dekken de tafel. Er komt een mandje met brood, boter en 2 soorten jam. Fruit en yoghurt staat op de bar. Benny eet de 2 croissantjes (met jam) op die in het mandje zitten en Anja fermt zicht over het (bruine) stokbrood (met banaan) en neemt nog een yoghurt. Bakkie koffie/glaasje jus erbij en we kunnen er weer tegen voor vandaag.

Als we nog een wasje gedaan hebben lopen we naar het stationnetje van St. Jean du Gard.

De stoomtrein van St. Jean du Gard naar Anduze...

Uiteraard zijn we hier in het verleden verschillende keren mee naar Anduze gegaan, maar het is té leuk om niet te doen. We kopen een retourtje en wachten tot de stoomlocomotief aangekoppeld is...


We vertekken we om precies half 11

Overtollig stoom lozen...

Met een tussenstop bij de Bambouseraie doen we er ruim 45 minuten over om in Anduze te komen.

We drinken eerst maar weer een bakkie koffie op een terrasje. Het is nog geen half 12 en de trein terug gaat pas om half 3. Nu is Anduze wel wat groter dan St. Jean, maar meer dan een paar straatjes met winkeltjes en 2 pleintjes vol met terrasjes is het niet.

La Tour d'Horloge,,, De klokkentoren dateert uit de 14e eeuw en diende oorspronkelijk als wachttoren. In 1569 werd hij voorzien van een klok, waardoor hij een civiele en niet langer uitsluitend militaire functie kreeg. Dankzij deze nieuwe functie bleef hij gespaard bij de vernietiging van de vestingmuren op bevel van Richelieu na de ondertekening van de Vrede van Alais in 1629. De meridiaanwijzer geeft elk kwartier tussen 11 en 13 uur de tijd aan. De wijzerplaat registreert de seizoenen en de aantekeningen van de Zoodiac.

La Fontaine... Deze fontein werd in 1649 geschonken door een Anduzische consul, een zijdehandelaar. Hij reisde regelmatig naar het Oosten voor zaken en werd aangetrokken door de architectuur die er werd gebruikt. Toen hij zag dat Anduze destijds slechts één fontein had, besloot hij zijn landgenoten er een aan te bieden. Hij bood aan de bouwkosten van de stad te betalen op voorwaarde dat zijn plannen werden gerespecteerd. De oudste tegels werden ter plaatse gemaakt.

Na nog een terrasje zijn we rond 2 uur terug bij het station en wachten we geduldig op de trein die ons terug brengt naar St.Jean.

De brug naar de Bambouseraie.

Wat zijn de Cevennes toch prachtig...

We nemen in St. Jean nog een foto van de de Vieux (1734) pont Neuf en lopen dan terug naar het hotel.

We eten een panini op de kermis, omdat we na het ontbijt niets meer gegeten hebben en 19.00u dan toch wel erg laat is.

Morgen een relax dag en een bezoekje aan Camping Mas de La Cam...


Dag 13; Rocamadour - St. Jean du gard

Na het ontbijt rijden we weg richting St. Jean du Gard. Ondanks dat we de tolweg vermijden kunnen we toch lekker doorrijden. We stoppen bij de pomp voor koffie en beginnen dan aan het laatste stuk van de reis. Een klein stukje A75, maar gaan er al snel weer af richting Mende...

Even de benen strekken en genieten van het N.P de Cevennes...

De volgende foto, net voorbij Florac, heeft een verhaal. Brendon, Mitchell en Wim en Ina zullen de foto herkennen, al moet er eigenlijk links van Benny nog een racefiets staan. Voor degene die het verhaal niet kennen, bij deze... We hebben geen idee meer welk jaar het was (zoeken we thuis op), maar de racefiets ging altijd mee op vakantie. Zowel Benny als Brendon en Mitchell hebben er gebruik van gemaakt. Op een middag, als er een voetbaltoernooi op de camping is, besluit Benny een stukje te gaan fietsen. Prima. Na een tijdje beginnen er wat mensen (Wim/Ina, Ed/Loes, Cees/Marjan, geen idee meer wie), zich een beetje ongerust te maken. Benny blijft wel lang weg. Anja is totaal niet ongerust, hij fietst niet in 7 sloten tegelijk. Op een gegeven moment zien we Suzanne (van de camping) over het bruggetje naar onze tent lopen en dan vermoeden we dat er toch wel iets aan de hand is. Als ze ziet dat wij niet bij de tent zijn komt ze richting voetbalveld lopen en als ze Anja ziet zitten komt ze al lachend aan. Benny heeft gebeld, hij is in Florac en kan niet meer terug fietsen of Brendon (die was inm 18+ en had zijn rijbewijs) hem met de bus (bedrijfsbus v Vugt waar we mee op vakantie waren) kan komen halen. Brendon is aan het voetballen en roept meteen; "Ja, straks!" Wim heeft een fietsendrager op het dak van de auto en biedt meteen aan om te rijden (50km heen en 50km terug door de bergen). Anja gaat mee. Als we in de buurt van Florac komen zien we Benny op de stoeprand van een bruggetje zitten. De fiets staat tegen de brug. Wim stopt, Anja maakt een foto en pas als we toeteren ziet Benny dat we er zijn. Hij is helemaal vertyft, grof gezegd. Hij wilde over de Col de St. Pierre fietsen en dan beneden langs, via St, André de Valborgne, weer terug naar de camping, maar miste de afslag en was vervolgens door gefietst naar Florac. Daar omgekeerd en realiseerde zich meteen dat zijn benen nooit meer terug naar de camping konden fietsen. Geen eten, geen drinken mee én niemand had een mobiel. Hij is bij een camping gestopt en die hebben Mas de la Cam voor hem gebeld. Hij heeft daar een uur gezeten, voordat Wim en Anja dat hele stuk met de auto gereden hadden. De fiets is op het dak van de auto gegaan en Benny, als een dood vogeltje achterin. Nog jaren daarna, als we op de camping waren was de vraag; "Gaat Benny nog fietsen?" of "Ken je die van die man die naar Florac ging op de fiets...?" Hahahaha. Het is jammer dat we de originele foto niet digitaal hebben, maar zo zag het er ongeveer uit.

Na Florac volgen we de Corniche de Cevennes en die brengt ons dan ook op de Col St. Pierre. We hebben die ontelbare keren gereden, vanaf de camping gelopen en zowel Benny als Mitchell hebben hem gefietst.

De weg ie hier zo bekend. De herinneringen poppen op alsof we hier vorige zomer nog waren en het geen 20 jaar geleden is.

Het hotel ligt midden in het dorp en ook hier is alles bekend. Als we in gecheckt zijn en de bagage is uitgeladen lopen we meteen het dorp in. De bedoeling is om vroeg te eten en dan halen we bij de Super-U nog wel iets voor vanavond, maar dat feest gaat niet door. Er is zelfs nu al geen keuken meer open, vanavond om 19.00u zijn we aan de beurt. We reserveren een tafeltje en lopen dan toch nog even naar de Super-U voor wat boodschappen.

La Fontaine de Stevenson. Saint-Jean-du-Gard was de laatste halte van de schrijver Robert Louis Stevenson, die hier in 1878 de reis van zijn beroemde “Travels with a donkey” beëindigde.

De weg naar het station van de Train a Vapeur (stoomtrein) van St. Jean naar Anduze.

We eten bij Le Bistrot, Benny heeft een burger en Anja entrecôt. We hebben allebei een coupe met 2 bolletjes ijs na.

Na het eten lopen we nog een rondje door het dorp, langs de rivier en dan over de kermis, die er al 30 jaar hetzelfde uitziet, terug.

Tot morgen!



Dag 12; Rocamadour

Vandaag bezoeken we Rocamadour.

Rocamadour was aanvankelijk niet meer dan een halte op de bedevaartsroute naar Santiago de Compostela, maar het dorpje groeide gaandeweg uit tot een belangrijk bedevaartsoord op zich. Rocamadour bestaat eigenlijk uit drie lagen: het dorp aan de voet van een heuvel, de kerk en de kapellen iets hogerop en het kasteel bovenaan de heuveltop. Vanaf een afstand lijkt het daarom alsof Rocamadour op een verticale rotswand werd neergepoot.

Op de kaart ziet dat er dan zo uit...

Ons hotel ligt bovenaan bij de P2 Parking du Chateau. We volgen dus het bedevaartspad (de groene kronkel) naar beneden.

Verspreid over het hele pad komen we kleine kapelletjes tegen die het levensverhaal van Jesus vertellen...

Kapel onder de rotsen...

Halverwege licht er nóg een klein kapelletje onder de rotsen. Hier schuilen we meteen even voor een aardige bui regen. Er staan langs de rotswand allemaal stenen opgestapeld, waardoor het lijkt op een miniatuurdorpje...

Nog wat verder naar beneden staat de Chapelle Notre Dame, waar het beroemde houten beeld van de Vierge Noire (Zwarte Madonna) door menig pelgrim wordt vereerd. Wij hebben dus blijkbaar even niet opgelet, want we hebben geen Zwarte Madonna gezien... oeps!

Basilique Saint Saveur. We gaan hier even naar binnen, maar de Basilique zit helemaal vol. Één iemand heeft een gebedssnoer vast en gaat het het gebed voor, de rest volgt. Indrukwekkend om te zien en te horen.

Hoe we ook ons best doen, het geheel past niet op een foto...

Helemaal beneden ligt het dorp, één lang en smal toeristenstraatje met winkeltjes en terrasjes.

We drinken daar koffie en lopen de straat op en neer tot het weer begint de regenen. Hadden we graag de tocht naar boven weer gelopen (pelgrims doen dat op hun knieën), er is ook een lift (de twee witten strepen rechts naast de kronkel), en om niet helemaal te verzuipen, nemen we dan toch maar de lift.

Als we weer boven zijn is het inmiddels droog en schijnt de zon. We lopen naar een uitkijk plateau met een prachtig uitzicht op Rocamadour.

Tot slot brengen we nog een bezoek aan het Chateau, waar we een rondje lopen over de kantelen.


Als we alles gezien hebben gaan we terug naar het hotel, waar we de rest van de middag rustig aan doen.

Omdat we gisteravond om half 8 eten veel te laat vonden, hebben we besloten vanavond bij het bistro café tegenover het restaurant van gister wat te eten. Het is maar tot half 8 open, maar dat is prima. We hebben na het ontbijt niets meer gehad, dus wat vroeger eten is helemaal goed. We stappen om half zes binnen en vragen bij de kassa om de menukaart. Je moet bij de kassa bestellen en als je afgerekend hebt krijg je een buzzer die begint te trillen als je maaltijd klaar is. Die kun je dan zelf afhalen bij de keuken en meenemen naar je tafel. Goed, de menukaart dus... ehh, de keuken is dicht, zegt de mevrouw bij de kassa. De lunch is in de middag en nu alleen nog zoetwaren. Ze legt uit dat de Fransen zich de hele middag volvreten en dan in de avond pas laat zich weer in een restaurant volladen. Nou ja, zo zei ze het niet, maar dat is een vrije vertaling van de Franse uitleg van de mevrouw. Nu is het niet de 1e x dat we deze vakantie tegen een gesloten keuken aanlopen rond etenstijd, maar we hebben nu toch wel echt trek. Ze heeft crêpes. Dat is fijn. We bestellen 2x du sucre (Anja) en 2x du caramel (Benny). Natuurlijk hebben we niet genoeg aan 2 van die flinterdunne crêpes. We gaan nog maar een keer naar de kassa voor een 2e bestelling. De kassa mevrouw moet er om lachen en vraagt of we vanmiddag niets gegeten hebben. No, seulement le petit-dejeuner! ze snapt het! We bestellen nog maar 2x du sucre en 2x du caramel ennnn... omdat de laatste dan ook meteen het toetje is nemen we daar lekker chantilly op! Hahahaha!!!

Morgen staat er een rit van 286km op het programma. We rijden van Rocamadour naar St. Jean du Gard... souvenirs...herinneringen,,, Na 20 jaar gaan we terug naar de plek waar we met zoveel plezier, vanaf 1993, 10 jaar lang op camping Mas de la Cam hebben gestaan.

Bon nuit et a demain! xx

Dag 11; Oradour sur Glane - Rocamadour

Als het ontbijt er in zit, stoppen we de spullen weer in de auto en checken we uit. Voor we op weg gaan lopen we eerst nog even naar Het verwoestte Oradour sur Glane. Gisteravond zaten we wat filmpjes op internet te kijken en kwamen we tot de ontdekking dat er een ondergrondse tombe is waar alle overgebleven/gevonden spulletjes van de bewoners bewaard worden. Op de tombe staat een monument wat we gisteren wel gezien hebben, maar omdat we aan de 'verkeerde' kant daar van stonden hebben we de ingang van de tombe gemist. We hebben vandaag minder dan 200km te gaan, dus alle tijd om daar nog even heen te gaan.

Terug naar het Centre de la Mémoire dus. We weten hoe we moeten lopen en waren we gisteren onder de indruk, vandaag is dat niet minder. We hebben de tombe snel gevonden, maar er staat een bordje boven aan de trap dat de tombe gesloten is. Beneden is een meneer de vloer aan het vegen en als we vragen hoe laat de tombe opengaat zegt hij; 'Ergens in de middag." Dat is helaas te laat voor ons. We lopen terug naar het hotel waar de auto staat en gaan dan toch maar op weg.

We stoppen 1x om te tanken en koffie te halen bij de pomp en nog 1x op een parkeerplaats om gewoon even te luchten en de benen te strekken.

We zijn alsnog veel te vroeg bij het hotel en kun je in Nederland wel wat vroeger inchecken, hier is het tijd is tijd. Gelukkig is er vlakbij het hotel een terrasje waar we de tijd wel vol kunnen maken.

Om 10 over half 4 is de kamer schoon en kunnen we inchecken. De dame van de receptie loopt zelfs helemaal mee om de weg te wijzen en de deur voor ons open te doen. De laminaatvloer in de kamer is wel nog zeiknat, blijkbaar is housekeeping nog maar net klaar... We wassen wat T-shirts en ondergoed en hangen dat in de douche te drogen en maken koffie/thee en eten daarbij ons 'diner' van gisteren op dat we bij de bakker gehaald hadden. We hebben een tafel gereserveerd in het restaurant van het hotel en dat gaat pas om half 8 open. Dat is wel erg laat als je er alleen een ontbijtje in hebt zitten.

Als we om half 8 richting het restaurant gaan blijkt dat dus helemaal niet in het hotel zelf te zijn, maar een eindje verderop. Ook goed. Het ziet er poepie sjiek uit en er lopen allemaal 'pinguins' te bedienen, Hahaha, echt wat voor ons,

Benny heeft Confit du Canard à l'Ancienne, pomees forestières et salade (eend, aardappel en sla) en Coupe Glacées 3 boules (3 bolletjes ijs in de smaken koffie, chocola en .karamel)

Anja heeft Filet de merlu et citrons confits, quinoa aux légumes (heek, geconfijte citroen en quinoa met groente en Sablé aux fraises met mousse chocolat blanc (zandkoek met aardbeien en witte chocolade mousse).

We hebben heerlijk gegeten!





Dag 10; Oradour sur Glane

Oradour sur Glane... dorp als monument van de waanzin

Het drama van Oradour sur Glane heefts slechts enkele uren geduurd... Enkele uren die volstonden om 642 mensenlevens te vernietigen en 328 gebouwen te verwoesten... Op initiatief van Generaal Charles de Gaulle zijn de ruïnes van Oradour intact gelaten, zodat de mensheid voor altijd herinnerd wordt aan de barbaarsheid van de oorlog... Het zijn de ruïnes van een dorpje zoals er zovele waren in Frankrijk...Deze ontzielde stenen, ontbloot door de tand des tijds, waren ooit vervuld van leven...

We zijn om 10.00u bij het Village Martyr - Centre de la Mëmoire

Via de entree lopen we door een tunnel onder de weg door. Links en rechts hangen de foto's van iedereen die op die 10e juni 1944 is omgebracht in Oradour sur Glane. Terwijl je langs de foto's loopt klinken de namen en leeftijden door de speakers...

En dan staan we aan de rand van het dorp waar de tijd stil is blijven staan. Oradour sur Glane - 10 juni 1944


14.00 uur - De SS-divisie valt het dorp binnen ,,,De soldaten omsingelen het dorp en geven de inwoners opdracht naar het martplein te gaan...

15.00 uur - De inwoners worden verzameld ...Machinegeweren worden neergezet op de verzamelplaats waar ook de mannen en vrouwen naartoe gestuurd worden. De kinderen komen in rijen aangelopen, onder leiding van hun onderwijzers...

15.30 uur - De inwoners worden uit elkaar gehaald ...De soldaten scheiden de mannen van de vrouwen en de kinderen. De laatste groep wordt de kerk in gedreven en vlak daarna worden de mannen in groepen verdeeld en naar verschillende executieplaatsen geleid...

16.00 uur - De uitmoording van de mannen ...Er klinkt een ontploffing. Na dit signaal spugen de machinegeweren hun dodelijke salvo's. De moordenaars geven aan enkele stervenden het genadeschot en steken daarna de hoop verminkte lichamen in brand,,,

17.00 uur - De uitmoording van de vrouwen en kinderen ...De SS'ers zetten een kist neer waaruit een paar lonten hangen. Deze worden aangestoken en verspreiden een verstikkende rook, waardoor de vrouwen zich in blinde paniek op de deuren van de kerk storten. Daar worden ze opgewacht door de SS'ers die hen met machinegeweren bestoken zodat ze weer naar binnen moeten vluchten. Deze slachtpartij is maar door één vrouw overleefd. Dat was Mevrouw Rouffanche. Een brute afslachting van onschuldige mensen die allen in een gruwelijke pijn omkwamen in de vlammen. Het jongste kind was slecht 8 dagen oud...




"Oradour was not a crime due to madness but the logic of a system. We must remember this not to see it again, we must live and build a world in which crime will be folly again, and reason will be peace" - Claude Roy 1949


Op 10 juni 1947 werd de 1e steen gelegd voor de opbouw en 6 jaar later werd het nieuwe Oradour officieel ingehuldigd.


Een indrukwekkende dag. Een dag met het besef dat we in bijna 80 jaar niets geleerd hebben. Een dag van stilte. Een dag met kippenvel, maar ook een dag met een bijzonder gesprek met een Joods-Amerikaanse dame die 'begrip' ...al is dat uiteraard niet het juiste woord...heeft voor het feit dat een volk als het Joodse of de Zigeuners uitgeroeid moesten worden, maar totaal niet snapt waarom er onschuldige vrouwen en kinderen afgeslacht werden... "I am not gonna smile today"... en dat is precies hoe het ook voor ons voelde vandaag.


**We hebben te veel foto's om in het verhaal te plaatsen, dus klik op de link voor de rest...Dag 10; Oradour sur Glane

Dag 9; La Rochelle - Oradour sur Glane

Om half 7 zijn we al wakker, omdat het raam van de hotelkamer wagenwijd openstaat en er een vuilniswagen containers komt legen. Dat dat dus niet geruisloos gebeurt, moge duidelijk zijn. Hahaha.

We blijven nog even liggen, maar om 07.15u gaan we er toch maar uit. We drinken koffie/thee om echt wakker te worden, stappen onder de douche en ruimen alvast wat spullen op. Na het ontbijt brengen we alle bagage naar de auto (we vergeten dat de Panne cotta nog in de koelkast staat) en gaan we weer op pad. We rijden vandaag naar Oradour sur Glane, een rit van zo'n 200km. We rijden het grootste gedeelte over een 4-baansweg, wat betekent dat we wel heel erg opschieten. Kom je in Nederland langs de weg elke paar km wel een pomp of koffietentje tegen, hier dus niet. We komen door verschillende dorpjes, maar alles is uitgestorven. Als het in Nederland mooi weer is staan er overal deuren en ramen open, zie je mensen op straat, in de tuin of op balkon en hangt er was buiten. Hier is alles potdicht. Ramen en luiken zijn dicht, maar ook de meeste winkels zien er uit alsof ze al lang geleden verlaten zijn. Als we toch wat tegenkomen heeft de dame nog nooit van café Americano gehoord. Café noir snapt ze wel... Espresso! Neeehh, dat niet. Gewoon zwarte koffie. We krijgen een kopje mega sterke, niet te nassen koffie, maar beter iets dan niets, zullen we maar zeggen.

We kunnen pas om 16.00u inchecken bij ons hotel en de verwachtte aankomsttijd is half 2. Dat is wel heel erg vroeg, dus we lassen nog een extra stop in. Geen koffietent, wel een stukje gras met een bankje voor een verlaten optrekje, Zonde...

Om 2 uur staan we dan toch voor de deur van het hotel. Is dat normaal gesproken geen probleem, hier is alles verlaten en de deur op slot. Aan de overkant van het hotel zit een tabac/bar en dat heeft ook een terrasje. We bestellen wat te drinken en, omdat we nog 2 uur de tijd hebben ook maar wat te eten. Vivre La France!

Om half 4 lopen we een rondje door het dorp en vangen we ook al een glimp op van wat ons doel van deze plek is...

Om 16.10u staan we weer voor de deur van het hotel, maar nog steeds is alles op slot. Er komt wel een mevrouw de deur open doen en die verteld meteen, terwijl ze op een bordje met tijden wijst, dat we vanaf half 5 kunnen inchecken, Het hotel was volgeboekt gisteren en ze heeft even de tijd nodig om alle kamers schoon te maken. De deur gaat weer dicht. We ploffen op een muurtje neer tegenover het hotel, wachten geduldig, en om kwart voor 5 mogen we dan toch eindelijk naar binnen. De kamer ziet er keurig verzorgd en brandschoon uit. Dat dan weer wel!

We hebben niet echt honger meer, dus we halen nog wat bij de bakker voor later mochten we trek krijgen.


En dan de reden van ons bezoek aan Oradour sur Glane, een plek die al heel wat jaren op de to-do list staat, maar omdat we er met al onze kampeervakanties niet in de buurt kwamen nooit kon worden afgevinkt. Deze keer was Oradour de 1e plakker op de kaart en hebben we de route zo in elkaar gezet dat we er wél kwamen.

Oradour sur Glane... dorp als monument van de waanzin. Het dorpje is een adembenemend monument van de gruwelijkheden die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn gepleegd. Het dorp werd door een SS eenheid verwoest waarna er onder de bewoners een bloedbad werd aangericht. Vlak na de oorlog bezocht De Gaulle Oradour en besloot dat het dorp moest blijven zoals de Duitsers het hadden achtergelaten, en zo is het nog steeds.

In Nederland vergeten we nog wel eens dat voor Engelsen en Fransen de Eerste Wereldoorlog een veel grotere impact heeft gehad dan de tweede. In letterlijk ieder dorp in Frankrijk staat een monument voor de gevallenen in de ‘Grande Guerre’. Vaak is daarop in 1945 een extra plaquette toegevoegd met de gesneuvelden uit de Tweede Wereldoorlog. Zo krijg je in één oogopslag het verschil tussen deze conflicten want de hoeveelheid namen uit één jaar uit het eerste conflict is bijna altijd veel meer dan het totaal tijdens deel twee. En hoewel Frankrijk redelijk uit de Tweede Wereldoorlog is gekomen, zeker in vergelijking met de verwoestingen van de Eerste Wereldoorlog, is ook hier veel gebeurd. De landingsstranden in Normandië zijn natuurlijk heel bijzonder en zeker een bezoek waard. Een andere plek is Oradour-sur-Glane. Het gruwelijke einde van dit dorp en de manier waarop de Fransen het na de oorlog hebben bewaard, staat voor de waanzin van de gruwelijkheden van de Tweede Wereldoorlog. Niet alleen in Frankrijk, maar voor heel Europa.

Wat vond er plaats in Oradour-sur-Glane? Het dorp zou nooit in de geschiedenisboeken zijn gekomen als de 2de SS pantserdivisie ‘Das Reich’ niet op zaterdagochtend 10 juni 1944 het dorpje omsingelde en alle aan- en afvoerwegen afsloot. De Duitsers kwamen uit het zuiden en gingen richting Normandië om de Amerikanen en de Britten te bestrijden. Bij Montauban had het uitgerust van de inspanningen van het oostelijk front en was het aangevuld met nieuwe rekruten uit Roemenië, Hongarije en, opvallend genoeg, ook uit de Elzas. Deze laatste werden door de Duitsers niet gezien als Fransen, maar als volkduitsers en hadden in 1940 een Duits paspoort gekregen.

Race naar Normandië...De tocht naar het Normandië was niet zonder gevaar. De divisie startte bij Montauban en de route leidde door de Dordogne en de Limousin. Nu een aangename rit over de A20 maar in het voorjaar van 1944 was het een haardvuur van verzet. Het Franse verzet, of althans dat gedeelte dat naar Londen luisterde, had de opdracht gekregen om de tankdivisie zo lang mogelijk op te houden want het geallieerde leger in Normandië was net geland en nog zeer kwetsbaar. Een goed uitgeruste en getrainde tankdivisie had in principe genoeg slagkracht om ze terug de zee in te jagen. In Tulle waren de bezetters al compleet verjaagd en de Duitse divisie kreeg dan ook de opdracht om deze stad te heroveren. Dat laatste was niet nodig want de stad was al ontruimd door het verzet voordat de Duitsers arriveerden. Dit gebaar stond echter een bloedige vergeldingsactie van de SS divisie niet in de weg. De SS ging er helemaal los en tijdens een orgie van geweld werden honderden mannen opgeknoopt. Weer op weg naar het Normandië kwam één van de SS generaals in handen van het verzet waarna de divisie een klopjacht op poten zette. Toen dit niet snel tot succes leidde, omcirkelde de leiding van de divisie op de kaart een dorpje even ten westen van Limoges; Oradour sur Glane.

Bloedbad... Op zaterdag 10 juni 1944 naderden de mannen van de SS het dorp. Het was een zonnige dag en in Oradour stonden de mannen te wachten voor de distributie van de tabak toen de eerste SS-ers het dorpsplein opreden. Daarna ging het allemaal heel snel en volgens een draaiboek dat werd gebruikt bij het vernietigen van dorpen in Rusland. Alle inwoners werden verzameld, waarna de mannen van de vrouwen werden gescheiden. Niet veel later werden de mannelijke inwoners doodgeschoten. De vrouwen en kinderen werden vervolgens in de kerk opgesloten, die werd opgeblazen, en de rest van het dorp werd verwoest. In een paar uur werd een compleet dorp met koelbloedige efficiëntie verwoest. 642 mensen vonden die dag de dood, slechts zes dorpelingen wisten te ontsnappen.

Herinneringscentrum... Het dorp is na de oorlog een kilometer verder opnieuw gebouwd,, daar staat dus ons hotel en in 1999 is er een ondergronds herinneringscentrum ge-opend. Het gebouw ligt voor een groot gedeelte onder de grond en is enorm. Het bovengrondse deel is opgetrokken uit cortenstaal en doet zeer modern aan. Het is misschien niet heel mooi, maar het is zeker indrukwekkend. Binnen is het donker en wordt aan de hand van foto’s, films en ander audiovisueel materiaal de geschiedenis van het dorp en de Tweede Wereldoorlog verteld. Om het dorp te bereiken, loop je door een enorme betonnen tunnel die onder de weg D3 doorloopt, dit geeft je het idee dat je door de tijd terugloopt en zo zal de architect het ook bedoeld hebben,

Eenmaal uit de tunnel sta je direct tussen de verwoestingen. Het dorp is redelijk groot, de auto van de dokter staat nog midden op een plein, de naaimachines in de winkel en in de garage staan auto’s. De meeste gevels staan nog rechtop, maar de rest van de huizen zijn compleet verwoest. Ook de tramrails en bovenleidingen zijn nog intact. Deze tref je vlakbij het kerkje, daar waar de vrouwen en kinderen de dood vonden. Indrukwekkend is ook de begraafplaats.

Deze ruïne is ook nog op een hele andere manier interessant. Het dorp vertelt namelijk niet alleen het verhaal van de 10de juni in 1944, het is tevens een tijdscapsule. Met een andere blik zie je ook hoe een dorp in de eerste helft van de twintigste eeuw eruitzag. Er zijn bijna geen auto’s en die er wel zijn, zijn heel erg klein. Opvallend is ook de hoeveelheid naaimachines die in veel huizen staan en ook de grote hoeveelheid waterpompen in de straat is niet meer van deze tijd. Toch blijven de gebeurtenissen in de oorlog een hoofdrol spelen als je door de straatjes van Oradour loopt. Het is een zeer bijzondere plek die, als je er gevoelig voor bent, je nooit zal vergeten.

Schuldigen... Ook al is het al meer dan 75 jaar geleden, de geschiedenis van Oradour is nog niet helemaal voorbij. Eén van de grote onbeantwoorde vragen blijft waarom de SS dit bloedbad heeft aangericht. Dat is nog altijd niet duidelijk. De SS divisie heeft lang in het oosten gevochten. In Rusland was het uitmoorden van een dorp voor de Duitsers routinewerk. Je zou kunnen zeggen dat deze manier van oorlogvoeren een soort van gewoonte was geworden. Maar dat verklaart nog niet waarom de SS juist Oradour uitkoos. Het dorp stond niet bekend als een bolwerk van verzet. Even leek het dat er toch een antwoord op deze vraag zou komen, want de Duitse justitie maakte jaren geleden bekend dat ze een man hebben opgespoord die bij het bloedbad aanwezig zou zijn geweest. Hij zou wellicht iets kunnen zeggen over de motieven van de moordpartij. Helaas werd deze rechtszaak wegens gebrek aan bewijs in december 2014 niet doorgezet. Het blijft dus voorlopig een raadsel waarom juist dit dorp werd uitgemoord.

Tot slot was Oradour sur Glane niet het enige dorp dat op 10 juni 1944 werd verwoest. In Griekenland viel de SS het dorp Distomo aan waarbij meer dan tweehonderd burgers de dood vonden. Een bizar toeval.

Morgen dus Oradour sur Glane... dorp als monument van de waanzin










Dag 8; La Rochelle

**Even een uitleg over de vorige mail met de fotoserie. Ik moet 1st de foto's in een map plaatsen voor je ze in een verhaal kunt gebruiken. Die mail verstuur ik nooit, omdat je dan 2x tegen dezelfde foto's aan zit te gluren. Daar ging dus vanmiddag iets mis. Bij deze het verhaal wat dus bij de foto's hoort.

Om 07.15u zijn we al wakker en een uurtje later zitten we aan een overheerlijk ontbijtje (eindelijk bruin stokbrood) en even voor 10.00u gaan we op pad naar Le Vieuw Port, de oude haven van La Rochelle. Het 1e wat we zien zijn de Tours de La Rochelle. Het drietal middeleeuwse wachttorens die de wacht houden over de oude haven van La Rochelle (Vieux Port) zijn het laatste overblijfsel van de 12e-eeuwse zeewering van de stad. De torens van La Rochelle (Tours de La Rochelle), beschermd als nationaal monument, behoren tot de meest gefotografeerde bezienswaardigheden van de stad.

We lopen eerst maar een rondje langs de haven.

Vroeger...

...en nu

Leuk geveltje!

Als we een rondje hebben gelopen zoeken we een terrasje om koffie te drinken en dan besluiten we te doen wat we in 1991 (toen vanaf Ile d'Oleron) ook gedaan hebben. We gaan met de boot naar Fort Boyard. Een tocht van bijna 2,5 uur.

Embarquez.

We zijn er bijna...

Fort Boyard is een fort voor de Franse westkust, gelegen tussen Île d'Aix en Île d'Oléron in het departement Charente-Maritime. Het ovaalvormige fort is 68 meter lang, 31 meter breed en 20 meter hoog en gebouwd op een zandbank. Het fort is oorspronkelijk gebouwd ter bescherming tegen de Engelsen. Het Fort is helaas niet te bezichtigen, je kunt er alleen met een boot omheen varen.

Wij kennen Fort Boyard als opnamelocatie voor de gelijknamige Fort Boyard (Franse spelshow) dat vele internationale versies kent en in 1990/1992 ook op de Nederlandse televisie was..Wij keken zowel op Nederland als op Frankrijk naar de serie. De kandidaten moesten zo veel mogelijk sleutels zien te verdienen door opdrachten uit te voeren in de cellen van het fort. Als een kandidaat niet binnen de tijd (meestal twee minuten) de cel verliet, werd hij of zij daarin opgesloten. Na drie opeenvolgende mislukte pogingen een sleutel te bemachtigen kon alsnog eentje verdiend worden door een raadsel op te lossen bij een wijze oude man, Fouras geheten, in het torentje. Als de vraag juist werd beantwoord, kreeg de kandidaat de sleutel en mocht hij/zij deze naar z'n ploeggenoten gooien; bij een onjuist antwoord of bij het niet geven van het antwoord binnen een bepaalde tijd, gooide Fouras de sleutel door het raampje in zee. De groep kreeg dan de kans om deze sleutel binnen een bepaalde tijd op te duiken. Met behulp van de sleutels kon het eindspel worden gespeeld. In het eindspel moesten de kandidaten door volgelopen gangen zwemmen naar een kooi met een schatkist. Ze mochten zoveel muntstukken uit de schatkist meenemen als ze konden dragen. Ze moesten echter wel op tijd de kooi verlaten, voordat deze dichtging en de tijgers binnenkwamen.

Nadat we 2 rondjes rondom het Fort hebben gevaren gaan we weer richting La Rochelle.

Le Vieux Port

We drinken wat op het zelfde terras van vanmorgen en lopen dan nog een rondje door de stad. Gelukkig is het niet zo druk en zijn er bijna geen toeristen...

Les Tours de La Rochelle

Phare rouge

Bureau de Port

Rond half 4 besluiten we hier meteen maar wat te eten. Bij het hotel zit niets in de buurt en hier zijn alleen genoeg terrasjes. We kiezen voor de 3e x vandaag voor dezelfde lokatie. Benny heeft een burger en omdat we morgen het binnenland in gaan en het afgelopen is met de écht verse vis gaat Anja nog een keer voor de mosselen, die hier zo veel lekkerder zijn dan bij ons. Benny heeft een Dame Blanche na en Anja After Eight (Mint/chocolade ijs met chocolade saus. Moe,maar voldaan lopen we terug naar het hotel.

Au Revoir La Rochelle!